Het Evangelie volgens Johannes, een achtergrondstudie We weten uit alle evangeliën dat Jezus dikwijls naar de andere kant ging. Meestal in een bootje. Verder wordt er niet over uitgeweid. Het Johannes evangelie doet dat wel en verwijst steeds naar andere betekenisniveaus, die onder de oppervlakte liggen. Als omstanders hem proberen te vangen wegens godslastering doen ze dat omdat zij zijn woorden uitsluitend letterlijk nemen en voorbij gaan aan wat er werkelijk wordt bedoeld. Dit is waar Jezus tegen streed in zijn omgang met de macht van Schriftgeleerden en de leidende elite van zijn tijd. Steeds opnieuw verwijst hij naar de mogelijkheid die ieder mens heeft om de eenheid in zichzelf te vinden. Het commentaar op deze tekst probeert deze verwijzing naar de andere kant in jezelf te volgen en daar te gaan staan als standpunt. Paul van Oyen (1944) studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Naast een loopbaan in het internationale bankvak bestudeerde hij in Londen praktische filosofie, advaita vedanta en de bijbel onder zijn leermeester Leon MacLaren. Jarenlang gaf hij leiding aan de School voor Filosofie in Nederland. Thans spant hij zich in om de nauwe verwantschap tussen de Christelijke en Vedische traditie aan te tonen. Naast andere publicaties schrijft hij maandelijkse ‘Rondbrieven’ over dit onderwerp.