Stoorloos

2066. Bevrijd van auto en natiestaat, van ziekte, ouderdom en voortplanting, heeft de Europese mens zich voorgoed afgekeerd van de rest van de planeet. Vanuit arca's - in de ruimte gestationeerde cellen die lichamen conserveren - leiden burgers een onsterfelijk bestaan in de Flux, het digitale hier en nu en hiernamaals dat alle virtuele en neurale realiteit verenigt. Honderd kilometer lager, op het schaars bewoonde continent, vormt het geologisch onstabiel geworden Alpenpark een buffer tegen de hordes uit de Afrikaanse megacity C-Dark.

Opzichter is Novak, een enforcer met twee hersenen die een kolonie van superhonderdjarigen en machineintelligenties beheert in de Mer de Glace, de volledig gesmolten gletsjer aan de voet van de Mont Blanc. Nadat hij tien jaar eerder de zelfdoding predikende sekte der Blancisten uitroeide die het pad naar de top in een begraafplaats had veranderd, denkt Novak het dak van Europa klaar te hebben voor nogmaals tien jaar van rust, 'alleen in stoorloosheid' (P.B. Shelley). Tot hij tijdens een routinecontrole in een gletsjerspleet een lijk vindt...