Klokkijken? Geen probleem!
Dit eerste deel richt zich op het leren klokkijken op de analoge klok. Eerst komen de hele uren aan bod, gevolgd door de halve uren. Vervolgens de kwartieren, vijf en tien minuten voor en over het hele en halve uur en daarna de minuten. Als laatste worden er gemengde oefeningen aangeboden, zodat er gekeken kan worden of het geleerde uit de voorgaande oefeningen wordt beheerst. Deel 2 heeft een soortgelijke opbouw, maar richt zich op het leren klokkijken op de digitale klok. In deel 3 komen allerlei gemengde oefeningen rondom het klokkijken aan bod en moeten kinderen de koppeling maken tussen de analoge en de digitale klok.
Klokkijken is een heel belangrijke vaardigheid in ons leven, maar voor jonge kinderen is tijd nog een vaag begrip. Het klokkijken is een lastig proces en het is niet iets wat een kind zomaar leert. Het goed aanleren en veel oefenen is essentieel voor het leren klokkijken.
Op de basisschool beginnen kinderen in groep 3 met het klokkijken op de analoge klok. Dit leerproces start met het leren aflezen en benoemen van de hele en halve uren. In groep 4 komen daar de kwartieren bij en in sommige gevallen ook vijf en tien minuten voor en over het hele en halve uur. In groep 5 leren kinderen ook de minuten aflezen en maken zij de overstap naar het digitale klokkijken.
Het klokkijken is een onderdeel binnen het rekenonderwijs en wordt veelal aangeboden binnen de gehanteerde rekenmethode. Om goed te leren klokkijken is het echter belangrijk om dit specifiek en herhaaldelijk te oefenen. Aparte oefeningen zijn naast het oefenen op een echte klok een verantwoorde toevoeging op het leren klokkijken. Deze set Leer- en oefenboeken biedt die toevoeging, omdat het op basis van de leerlijn is opgebouwd.