Na vele jaren als scheikundeleraar voor de klas te hebben gestaan, is de samensteller van deze bundel overgestapt naar pastoraal werk. De geloofscrisis in de kerken maakte het werken niet gemakkelijk. De meeste kerkgangers kennen buiten de zondagsvieringen nauwelijks nog een eigen gebedspraktijk. Dit bemoeilijkt het onderlinge verstaan, en een serieus beroep op het geloof. Deze bundel is een handreiking aan gelovigen, die ook door de week momenten van bezinning wensen. Niet alleen voor kerkgangers is dit boekje bedoeld, maar vooral ook voor het altijd aanwezige stroompje van mensen, die eens poolshoogte komen nemen. Vinden zij voldoende mogelijkheden om hun geloof te ontwikkelen? De samensteller heeft aan de lijve ervaren hoe moeilijk dit is. Deze bundel vormt een neerslag van de weg die hij gegaan is. Het gaat hier steeds om een persoonlijke relatie tot de goede God. Wellicht kunnen deze gebeden helpen om zoekende mensen wat meer houvast te geven.