God ja? God nee?

Kan de wetenschap God uitsluiten?
 
Om de geschiedenis van het heelal en de mensheid goed te kunnen begrijpen, zou je je tot een van de drie religies kunnen wenden die de auteur bespreekt, maar inzicht krijgen in de theorieën van wetenschappers als Charles Darwin, Albert Einstein en Stephen Hawking is wat hem betreft een veel beter idee.

De geïnteresseerde leek wordt in een tijdloze reis van 14 miljard jaar, vanaf de oerknal tot op de dag van vandaag, langs God en een reeks eminente wetenschappers geleid. In grote, begrijpelijke stappen loodst de schrijver je door de diverse vakgebieden en laat je kennismaken met theorieën, tegenstrijdigheden, filosofen, zwarte gaten, evolutie, logica, relativiteit, Godsbewijzen en de oerknalsingulariteit. In de appendices lees je, in begrijpelijke taal, de verdiepende introducties tot de boeiende theorieën die de auteur bespreekt.
 
Volgens Kömhoff leven wij in het Heelal van het Toeval. Dit werpt een heel nieuw licht op de Grote Vragen: Wat is de mens? Waar komen wij vandaan? Wat is onze plaats in de kosmos? Wat is de zin van ons bestaan? Waar gaan wij naar toe? En niet in de laatste plaats: bestaat er een God? 

Met de kennis van nu luidt zijn eindconclusie: 
1.	God is niet de schepper van het universum,
2.	God heeft zelfs niet de intentie gehad om de mens te schapen,
3.	en als blijkt dat de natuurwetten gelijktijdig met de oerknal geëvolueerd zijn,
is het zonneklaar dat God als schepper geen enkele rol heeft gespeeld.