Over vrijheid (1859) van John Stuart Mill is een vurig pleidooi voor de vrijheid om naar eigen inzicht te denken, te spreken en te leven. Als grondslag van de individuele vrijheid formuleert Mill het beroemde schadebeginsel: iedereen is vrij zolang hij of zij de medemens geen schade berokkent. Mill keert zich tegen de dwang van de publieke opinie, tegen paternalisme en conformisme. Toch is hij geen voorstander van een egoïstisch laisser-faire. Individuele ontplooiing is een voorwaarde voor persoonlijk geluk, maar vrijheid moet ook samengaan met morele verantwoordelijkheid. Dat is de grondslag voor een betere samenleving. Over vrijheid is een van de belangrijkste werken uit de westerse filosofie en een grondtekst van het moderne liberale denken.